Armenië heeft een rijke geschiedenis en cultuur
De geschiedenis van Armenië gaat terug tot ca. 500 jaar voor  Christus. 

‘Kraanvogel. Waar kom je vandaan?
Heb je nieuws van het land waar wij thuishoren?’

Bij het doorgeven van de Armeense cultuur en geschiedenis nemen muziek en poëzie een belangrijke plaats in. 
Volksinstrumenten en volksliedjes spelen daarbij een essentiële rol.

Oorspronkelijk was Armenië een zelfstandig koninkrijk. Daarna maakte het deel uit van achtereenvolgens het Perzische, Hellenistische, Romeinse, Ottomaanse en Russische rijk. Als gevolg van de Armeense genocide (1915-1923), waarbij naar schatting 1,2 tot 1,5 miljoen Armeniërs vermoord werden, verloor West-Armenië vrijwel zijn gehele inheemse bevolking. 

Muziek als drager van de geschiedenis

Klaagliederen
Armeniërs kennen een apart muziekgenre van klaagzangen, zoals de Portugezen hun fado hebben. De Armeniërs noemen hun klaagliederen andoeni. De term is gemakkelijk te herleiden: het voorvoegsel an (zonder) en doen (huis). Andoeni betekent dus zonder huis, ontheemd of thuisloos. 

Andoeni zijn liederen waarin het verlangen naar het verloren vaderland en de gemiste familieleden centraal staan. Andoeni's bestonden al eeuwen en werden vaak gezongen door de rondzwervende barden, de gusan of de ashoegh, die de eeuwenoude geschiedenis van de Armeniërs al zingend voor het nageslacht in leven hielden.

Liturgie, kerkelijke gezangen
Voor de liturgie bedient de Armeense kerk – de oudste christelijke kerk ter wereld – zich alleen van zang. De Armeense liturgie kent drie soorten hymnen: de sharagan, de dagh en de kantz.

De sharagan heeft een episch-dramatisch karakter en is enigszins te vergelijken met een oratorium.
De dagh is lyrisch en wordt veelal syllabisch gezongen: elke lettergreep heeft een eigen toonhoogte. 
De kantz heeft een eenvoudig recitatief karakter en wordt vaak gezongen als introductie op de dagh

Muzieknotatie

Dat al die oudchristelijke liederen tot op heden bewaard zijn gebleven, komt enerzijds omdat de liederen eeuwenlang van mond tot mond zijn overgeleverd. Anderzijds omdat de Armeniërs sinds de vijfde eeuw over een eigen systeem beschikken voor muzieknotatie, khaz  genoemd, te vergelijken met de westerse neumen uit de Middeleeuwen. 

De oude Armeense muzieknotatie raakte echter vanaf de vijftiende eeuw steeds meer in onbruik. De musicoloog Hambartsum Limondjian (1768-
1839) blies de khas weer nieuw leven in. Bisschop Komitas (1869-1935) legt zich later ook toe op de bestudering en vastlegging van de oude muzieknotatie.

Het meest karakteristieke muziekinstrument van Armenië is de duduk

Volksmuziek en muziekinstrumenten

Aan de Armeense (kerk)muziek liggen vaak oude volkswijsjes ten grondslag. In de vierde en vijfde eeuw werden deze liedjes, waarvan nog enkele bewaard zijn gebleven, voorzien van een christelijke betekenis. Opvallend is dat alleen de Armeniërs gebruik maken van muziekinstrumenten in hun volksmuziek.

Op het platteland werden meerstemmige horovel (ploegliederen) gezongen. Andoeni's werden vaak gezongen door de rondzwervende barden, de gusan of de ashoegh, die de eeuwenoude geschiedenis van de Armeniërs al zingend voor het nageslacht in leven hielden. 

Om hun zang te begeleiden, gebruikten de ashoegh’s diverse muziekinstrumenten, zoals het snaar-instrument tar, een luit met een achtvormige  klankkast en de kamantja, een soort viool die in verticale stand wordt bespeeld en die vooral door de bekendste Armeense ashoegh Sayat Nova populair werd. 

Andere luitachtige instrumenten die voorkomen, zijn de Arabische ud en de Turkse saz. Verder is er de kanoen, een plankciter met 72 tot 75 snaren die over de klankkast zijn gespannen en met speciale vingerhoedjes wordt bespeeld. Het meest karakteristieke muziekinstrument van Armenië is echter zonder enige twijfel de duduk.

Slaginstrumenten zijn er in verschillende soorten en maten, zoals de tmpoek, daph, dehol en de naghara.Ook zijn er blaasinstrumenten zoals de shevi of douduk, een herdersfluit dat als piccolo wordt gebruikt, de zoerna, een schelle hobosoort, en de Armeense doedelzak. 

Het volk als drager van de cultuur

In zijn werk betrekt Komitas ook de sociaal-culturele context waarin de liederen worden gezongen: op het land met alle geuren en kleuren waar de muziek spontaan opwelt bij de mensen die op hun akkers werken. Hij beziet het landschap vanuit het perspectief van een studio of laboratorium. 

Tegelijkertijd beschouwt hij niet de elite of het establishment als drager van de cultuur, maar het volk. “Het volk is een groot schepper. Ga bij het volk in de leer”, is een van zijn adviezen. 

Komitas onderstreept ook de vitaliteit van de Armeense volksmuziek. “De Armeense muziek is helemaal niet zwak, melancholisch of droevig, maar vol leven en kracht. Het geeft waarlijk vorm aan het geestelijke wezen van het volk, denkend en voelend”, schrijft hij in 1913.

Meer dan drieduizend volksliedjes

Komitas verzamelt en bewerkt meer dan drieduizend Armeense, Perzische en Turkse liederen. Al als zestienjarige trekt hij van dorp tot dorp en noteert nauwgezet de liederen die boeren en dorpelingen zingen tijdens hun dagelijkse werkzaamheden. Enkele liedjes legt hij ook vast op een Edison fonograaf.

Behalve andoeni (klaagliederen) verzamelt Komitas horovel  (ploegliederen) en verder ook wiegeliedjes, bruiloftsliederen, plaagliedjes tussen jongens en meisjes, allerlei dansen en epische liederen die zelfs dateren van vóór Christus, waarvan de melodieën later zijn overgenomen door de Armeense kerk.
 

Komitas, grondlegger van de Armeense muziek

Aan het einde van de 19de, begin 20ste eeuw zijn de vele volksliederen verzameld door de Armeense musicoloog, componist en musicus Komitas, de priesternaam van Soghomon Soghomonian (1869-1935). 

Komitas studeerde filosofie en muziekwetenschap aan de Kaiser Friedrich Wilhelm (tegenwoordig Humboldt) Universität in Berlijn en piano aan het conservatorium bij Richard Schmidt. Op de oprichtingakte van het Internationale Musikgesellschaft, dat in 1899 in Leipzig werd opgericht, is ook de handtekening van Komitas terug te vinden. 

De Armeense priester was onder zijn tijdgenoten zeer bekend. Claude Débussy zei dat enkel de andoeni Kroenk (Kraanvogel) voldoende was om Komitas voor eeuwig op te laten nemen in het muzikale pantheon.

'Kraanvogel. Waar kom je vandaan? 
Heb je nieuws van het land waar wij thuishoren?’

Helaas moet hij zijn levenswerk voortijdig staken. Bij een razzia in Constantinopel (het huidige Istanbul) op 24 april 1915 worden enkele honderden Armeense notabelen en intellectuelen gearresteerd en opgesloten in het martelkamp Chankiri. 

Komitas overleeft als een van de weinigen zijn gevangenschap. Maar door zijn gruwelijke ervaringen is hij niet meer in staat te componeren, te spelen of te zingen. Zijn Badarak, een mis in opdracht van de Armeense kerk waar hij al jaren aan werkt, blijft onvoltooid. Zijn laatste jaren brengt Komitas door in een psychiatrische kliniek in Parijs, waar hij in 1935 komt te overlijden.

Tegenwoordig is de naam Komitas in het Westen bijna vergeten. Maar in Armenië en in de Armeense diaspora kent hij nog vele navolgers. 

Armeense muziek in Nederland

Armeense liederen zijn ook in Nederland op CD uitgebracht, in het bijzonder door Ilda Simonian

Haar eerste album, genaamd Hedker/Izler Traces, is uitgebracht in 2008. 
Op haar tweede album Heritage (2022) staan 12 werken van Komitas in een bewerking voor strijkkwartet, zang en duduk. 
Op het podium voert zij deze liederen uit met het project Heritage, Armenian music with storytelling.

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.